Dit betekent wel dat je een paar dingen moet aanpassen aan je administratieve processen. Bij indiensttreding moet elke werknemer aangeven of jouw bedrijf al dan niet de loonheffingskorting voor hem moet toepassen. Jouw organisatie moet deze keuze na verwerking bewaren in de loonadministratie. De Belastingdienst stelt geen specifieke eisen aan de vorm. Wel moeten bepaalde gegevens, zoals de handtekening van de werknemer, op het formulier staan.
Ook voor alleenstaande-ouderenkorting
Vanaf 2024 kan ook de alleenstaande-ouderenkorting door jou worden verrekend. Tot en met 2023 was dit alleen mogelijk via de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die AOW-uitkeringen verzorgt. AOW-gerechtigde werknemers kunnen er nu voor kiezen om de loonheffingskorting, inclusief de alleenstaande-ouderenkorting, door jouw onderneming te laten toepassen in plaats van door de SVB. Zorg ervoor dat het opgaveformulier deze keuzemogelijkheid vanaf 2024 aanbiedt.
Wat is de alleenstaande-ouderkorting?
De alleenstaande-ouderenkorting is een heffingskorting voor een werknemer/uitkeringsgerechtigde die:
- voor het hele kalenderjaar of een deel daarvan een AOW-uitkering voor een alleenstaande heeft of daar recht op heeft
- in het kalenderjaar geen of een gedeeltelijke AOW-uitkering voor een alleenstaande heeft, omdat hij vóór:
– de AOW-leeftijd in het buitenland woonde of omdat hij vanwege geloofsovertuiging gemoedsbezwaar is en daarom geen (volledige) AOW-uitkering heeft opgebouwd
– een AOW-uitkering voor gehuwden krijgt, maar niet meer samenwoont omdat de partner bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis woont.
Let op! Een werknemer/uitkeringsgerechtigde mag de loonheffingskorting maar bij één inhoudingsplichtige laten verrekenen. Als jouw werknemer/uitkeringsgerechtigde – die de AOW-leeftijd heeft – de loonheffingskorting bij jou laat verrekenen, is het verstandig om de werknemer/uitkeringsgerechtigde erop te wijzen om de toepassing daarvan bij de SVB te beëindigen.